Makita MLT100N Instruction Manual page 56

Hide thumbs Also See for MLT100N:
Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 1
2.
Reik nooit over of achter het zaagblad om aan
het werkstuk te trekken of het te ondersteu-
nen. 8 NXQW SHU RQJHOXN KHW ]DDJEODG DDQUDNHQ RI
XZ YLQJHUV NXQQHQ GRRU WHUXJVODJ LQ KHW ]DDJEODG
ZRUGHQ JHWURNNHQ
3.
Duw nooit het deel van het werkstuk dat eraf
wordt gezaagd tegen het draaiende zaagblad. Als
X KHW GHHO YDQ KHW ZHUNVWXN GDW HUDI ZRUGW JH]DDJG
WHJHQ KHW ]DDJEODG GXZW RQWVWDDW HHQ YHUJHOLMNEDUH
situatie als vastlopen en zal terugslag optreden.
4.
Lijn de geleider uit parallel aan het zaagblad. Een
YHUNHHUG XLWJHOLMQGH JHOHLGHU ]DO KHW ZHUNVWXN WHJHQ
KHW ]DDJEODG NQHOOHQ HQ WHUXJVODJ YHURRU]DNHQ
5.
Wees extra voorzichtig wanneer u een zaags-
nede maakt in 'blinde' delen van een samen-
gesteld werkstuk. +HW HUGRRU VWHNHQGH ]DDJEODG
NDQ YHUERUJHQ YRRUZHUSHQ UDNHQ GLH HHQ WHUXJ-
VODJ YHURRU]DNHQ
6.
Ondersteun grote platen om de kans te mini-
maliseren dat het zaagblad bekneld raakt en
terugslaat. *URWH SODWHQ QHLJHQ GRRU WH ]DNNHQ
RQGHU KXQ HLJHQ JHZLFKW 2QGHUVWHXQLQJ HQ PRH-
ten onder alle delen van de plaat worden geplaatst
GLH RYHU KHW WDIHORSSHUYODN XLW VWHNHQ
7.
Wees extra voorzichtig wanneer u een werk-
stuk zaagt dat verbogen of kromgetrokken is
of waarin knoesten zitten, of dat geen rechte
rand heeft die langs de verstekgeleider of
geleider kan worden geplaatst. Een verbogen of
NURPJHWURNNHQ ZHUNVWXN RI HHQ ZHUNVWXN ZDDULQ
NQRHVWHQ ]LWWHQ LV RQVWDELHO HQ OHLGW WRW YHUNHHUGH
XLWOLMQLQJ WXVVHQ GH ]DDJVQHGH HQ KHW ]DDJEODG
met vastlopen en terugslag tot gevolg.
8.
Zaag nooit meer dan één werkstuk, ongeacht
of ze horizontaal of verticaal zijn gestapeld.
+HW ]DDJEODG NDQ LQ PHHU GDQ ppQ ZHUNVWXN WHJH-
OLMN ]DJHQ HQ WHUXJVODJ YHURRU]DNHQ
9.
Wanneer u de zaag weer inschakelt terwijl
het zaagblad in het werkstuk zit, plaatst u het
zaagblad in het midden van de zaagsnede
zodat de tanden niet in het materiaal grijpen.
$OV KHW ]DDJEODG YDVWORRSW NDQ GH]H KHW ZHUNVWXN
RSWLOOHQ HQ WHUXJVODJ YHURRU]DNHQ ZDQQHHU GH
]DDJ ZHHU ZRUGW LQJHVFKDNHOG
10. Houd het zaagblad schoon en de tanden
scherp en correct gezet. Gebruik nooit een
verbogen zaagblad of een zaagblad met gebar-
sten of afgebroken tanden. Scherpe en correct
JH]HWWH WDQGHQ PLQLPDOLVHUHQ GH NDQV RS YDVWOR-
pen, stoppen en terugslag.
Waarschuwingen betreffende bedieningsprocedure
van de tafelcirkelzaag
1.
Schakel de tafelcirkelzaag uit en trek de stekker
van het netsnoer uit het stopcontact wanneer
u het inzetstuk van de tafel verwijdert, het
zaagblad vervangt of veranderingen aanbrengt
aan het spouwmes, de antiterugslagsteunen of
beschermkap van het zaagblad, en wanneer het
gereedschap onbeheerd wordt achtergelaten.
9RRU]RUJVPDDWUHJHOHQ YRRUNRPHQ RQJHYDOOHQ
2.
Laat de tafelcirkelzaag nooit ingeschakeld
achter. Schakel het gereedschap uit en laat het
niet achter voordat het volledig tot stilstand is
gekomen. Een achtergelaten draaiende zaag is
een ongecontroleerd gevaar.
3.
Plaats de tafelcirkelzaag op een goed verlichte
en horizontale plek waar u stevig en met goed
evenwicht kunt staan. Hij moet worden opge-
steld in een gebied dat voldoende ruimte biedt
om uw werkstuk met die afmetingen te han-
teren. .UDSSH GRQNHUH JHELHGHQ HQ RQJHOLMNH
gladde vloeren leiden tot ongevallen.
4.
Verwijder vaak het zaagsel onder de zaagtafel en/
of de zaagselopvanginrichting. Opgehoopt zaagsel
LV EUDQGEDDU HQ NDQ WRW ]HOIRQWEUDQGLQJ NRPHQ
5.
De tafelcirkelzaag moet zijn vastgezet. Een
WDIHOFLUNHO]DDJ GLH QLHW JRHG LV YDVWJH]HW NDQ
verschuiven of omvallen.
6.
Verwijder gereedschappen, houtsnippers, enz.
vanaf de tafel voordat de tafelcirkelzaag wordt
ingeschakeld. $ÀHLGLQJ RI PRJHOLMN YDVWORSHQ NDQ
JHYDDUOLMN ]LMQ
7.
Gebruik altijd een zaagblad met een asgat van
de juiste maat en vorm (diamant versus rond).
(HQ ]DDJEODG GDW QLHW RYHUHHQNRPW PHW GH EHYHV-
tigingshardware van de zaag, zal excentrisch
draaien, waardoor u de controle over het gereed-
schap verliest.
8.
Gebruik nooit beschadigde of verkeerde bevesti-
JLQJVPLGGHOHQ YRRU KHW ]DDJEODG ]RDOV ÀHQ]HQ
ringen, bouten of moeren. Deze bevestigingsmid-
GHOHQ ZHUGHQ VSHFL¿HN RQWZRUSHQ YRRU XZ ]DDJ
voor een veilige bediening en optimale prestaties.
9.
Ga nooit op de tafelcirkelzaag staan en gebruik
hem niet als een opstapje. (U NDQ HUQVWLJ OHWVHO
ontstaan als het gereedschap omvalt of als het
VQLM]DDJJDUQLWXXU SHU RQJHOXN ZRUGW DDQJHUDDNW
10. Verzeker u ervan dat het zaagblad zodanig is
aangebracht dat het in de juiste richting draait.
Gebruik geen slijpschijven, draadborstels of
schuurschijven met de tafelcirkelzaag. Een
YHUNHHUG DDQJHEUDFKW ]DDJEODG RI KHW JHEUXLN YDQ
DFFHVVRLUHV GLH QLHW ZRUGHQ DDQEHYROHQ NXQQHQ
leiden tot ernstig letsel.
Aanvullende instructies
1.
Gebruik altijd een zaagblad dat is gemarkeerd met
een toerental dat gelijk is aan of hoger is dan het
toerental dat is aangegeven op het gereedschap.
2.
Selecteer het juiste zaagblad voor het te zagen
materiaal.
3.
Draag handschoenen wanneer u zaagbladen
hanteert.
4.
5HLQLJ GH DV GH ÀHQ]HQ YRRUDO KHW PRQWDJH-
vlak) en de zeskantmoer voordat u het zaagblad
monteert. *HEUHNNLJH PRQWDJH NDQ WULOOLQJVFKRP-
PHOLQJ RI VOLSSHQ YDQ KHW ]DDJEODG YHURRU]DNHQ
5.
Probeer niet om metalen voorwerpen
zoals spijkers of schroeven door te zagen.
Inspecteer het werkstuk en verwijder alle
eventuele spijkers, schroeven en andere
vreemde voorwerpen alvorens met het zagen
te beginnen.
6.
Sta NOOIT toe dat iemand in het verlengde van
de zaaglijn van het zaagblad staat.
7.
Laat het gereedschap een tijdje draaien
alvorens het op het werkstuk te gebruiken.
Controleer op trillingen of schommelingen die
op onjuiste montage of op een slecht uitgeba-
lanceerd zaagblad kunnen wijzen.
56 NEDERLANDS

Hide quick links:

Advertisement

Table of Contents
loading

Table of Contents