Makita DCU601 Instruction Manual page 74

Battery powered wheelbarrow
Hide thumbs Also See for DCU601:
Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 1
6.
Gebruik indien mogelijk een vlag gebied
om te stoppen, laden en lossen, en laat het
gereedschap nooit achter op een helling. Het
gereedschap is instabieler wanneer hij op een
helling staat dan wanneer hij op een horizontale
ondergrond staat.
Als het gereedschap onbeheerd wordt achter-
7.
gelaten, zet u het gereedschap op een veilige
plaats neer en trekt u de parkeerrem aan. De
parkeerrem voorkomt ongewenste beweging van
het voorwiel en kan de stabiliteit verbeteren.
8.
Zorg ervoor dat oprijplaten schoon, sterk en
veilig zijn. Om de kans op letsel te verkleinen,
moeten alle oprijplaten vrij zijn van los afval en
sterk genoeg zijn om het gewicht te dragen van
de lading die u erover verwacht te vervoeren. Ze
moeten eronder en aan de zijkant afdoende gestut
zijn om doorbuigen en zijdelingse beweging te
voorkomen wanneer een lading erover wordt ver-
voerd. Alle oprijplaten moeten breed genoeg zijn
en stevig geplaatst zijn wanneer ladingen erover
vervoerd worden.
9.
Gebruik het gereedschap nooit wanneer het
overbelast is. Verzeker u ervan dat het gereed-
schap het juiste draagvermogen heeft voor de
voorwerpen of materialen die u wilt vervoeren.
Buitensporige ladingen maken het manoeuvreren
en stoppen met het gereedschap moeilijker, ver-
lengen de stoptijd en -afstand, en verhogen het
gevaar van instabiliteit.
10. Gebruik het gereedschap nooit met te hoog
opgestapelde lading. Als het materiaal tot boven
de randen van de laadbak of het draagrek wordt
geladen, kan het gereedschap in onbalans raken
en onbeheersbaar worden.
11.
Gebruik containers en trekbanden om de lading
vast te zetten. Losse en/of niet-vastgezette ladin-
gen verschuiven gemakkelijker waardoor onbalans
en verlies van controle kunnen ontstaan.
12. Houd de handgrepen altijd goed vast. Verlies
van controle kan de kans op persoonlijk letsel
verhogen.
13. Haal de veiligheidssleutel eruit wanneer het
gereedschap niet in gebruik is. De veilig-
heidssleutel voorkomt ongewenst aangedreven
gebruik van het gereedschap, zoals door kinderen
of andere onervaren of onbevoegde personen.
Zonder de sleutel kan de elektrische aandrijving
niet worden ingeschakeld.
14. Dit gereedschap mag niet worden gebruikt op
de openbare weg. Het gebruik van de kruiwa-
gen op de openbare weg is tegen de wet en kan
aanleiding geven tot een boete, en kan daarnaast
leiden tot persoonlijk letsel.
15. Gebruik een stevige rijplaat met een antisli-
plaag en losbreekbeveiliging wanneer u dit
gereedschap voor transport inlaadt of lost,
of met dit gereedschap van het ene naar het
andere hoogteniveau rijdt. Verzeker u ervan
dat de hellingsgraad van de rijplaat niet groter
is dan 12°, en bedien het gereedschap lang-
zaam en voorzichtig. Een instabiele of snelle
bediening kan ertoe leiden dat het gereed-
schap omslaat en/of valt.
16. U mag het gereedschap niet uit elkaar halen,
repareren of wijzigen.
Voorbereidingen
1.
Voordat u het gereedschap bedient, verzekert
u zich ervan dat zich geen mensen rondom het
gereedschap bevinden.
2.
Voordat u het gereedschap bedient, voert u de
inspecties uit door het hoofdstuk over onder-
houd te raadplegen.
Gebruik
1.
Sta tijdens gebruik van het gereedschap ach-
ter het gereedschap en houd de handgrepen
met beide handen stevig vast.
2.
Gebruik het gereedschap niet terwijl u op het
gereedschap meerijdt.
Sta niet toe dat anderen meerijden op het
3.
gereedschap.
4.
Wanneer het gereedschap in zijn achteruit
wordt gebruikt en u achteruit loopt, moet u
achterom kijken, goed opletten waar u uw
voeten zet en voorzichtig zijn niet uit te glijden
of te struikelen.
Gebruik het gereedschap niet bij slecht zicht
5.
omdat de kans bestaat dat u tegen obstakels
botst.
Wanneer u het gereedschap op een ongelijk-
6.
matige ondergrond gebruikt, of over een hoog-
teverschil heen rijdt, verlaagt u de snelheid en
bent u extra voorzichtig.
Vermijd tijdens gebruik van het gereedschap
7.
een zachte ondergrond om te voorkomen dat
het gereedschap omkiept wanneer de weg-
berm inzakt.
8.
Gebruik het gereedschap niet op hellingen van
meer dan 12°.
Als u iets abnormaals opmerkt, stopt u het
9.
gereedschap op een horizontale ondergrond.
Voordat u het gereedschap inspecteert, ver-
grendelt u de remhendel en schakelt u de
voeding uit.
10. Wanneer het gereedschap vlakbij een muur
wordt gebruikt, bent u voorzichtig dat uw hand
niet bekneld raken tussen de handgreep en de
muur.
11.
Gebruik het gereedschap niet onder slechte
weersomstandigheden, met name wanneer de
kans op bliksem bestaat. Dit verkleint de kans
om door de bliksem getroffen te worden.
12. Raak de metalen onderdelen niet aan tijdens
of na gebruik aangezien deze door het zonlicht
heet genoeg kunnen worden om brandwonden
te veroorzaken.
13. Wees voorzichtig dat de kabels niet in de war
raken met de lading of obstakels.
14. Alvorens over een brug te rijden verzekert u
zich ervan dat het totaal van het gewicht van
het gereedschap, het laadvermogen en het
gewicht van de gebruiker niet hoger is dan het
draagvermogen van de brug. Rijd voorzichtig
en met een constante snelheid over de brug.
15. Draag handschoenen tijdens gebruik van het
gereedschap in een koude omgeving. Als u de
metalen onderdelen met blote handen aanraakt,
kunnen uw handen vast blijven zitten.
16. Als zich mensen of obstakels in de rijrichting
bevinden, vermijdt u deze van tevoren.
74 NEDERLANDS

Advertisement

Table of Contents
loading

Table of Contents