Nuttige Informatie - RIDGID NaviTrack Scout Operating Instructions Manual

Hide thumbs Also See for NaviTrack Scout:
Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 1
7. Tools-menu
7.1 Wijzigen van de diepte-eenheid
De Scout kan de diepte meten in voet of meter. Om van een-
heid te veranderen, selecteert u het dieptepictogram in het
menu Tools en drukt u op de selectietoets om om te schakelen
tussen voet en meter.
7.2 Automatische achtergrondverlichting
Een geringe intensiteit van het omgevingslicht wordt gede-
tecteerd door een lichtsensor in de linkerbovenhoek van het
toetsenbord. De achtergrondverlichting kan ook geforceerd
worden door die sensor af te dekken met een duim.
De automatische LCD-achtergrondverlichting wordt in de fab-
riek zo ingesteld dat ze pas wordt ingeschakeld in vrij donkere
omstandigheden. Dat is om de batterijen te sparen. Naarmate
de batterijen afgaan, wordt de achtergrondverlichting zwakker.
Wanneer de batterijen bijna leeg zijn, werkt de achtergrondver-
lichting zeer zwak om de batterijen te sparen.
Om de achtergrondverlichting uit te schakelen, selecteert u het
gloeilamppictogram in het menu Tools en drukt u op de selecti-
etoets om om te schakelen tussen Auto en OFF.
7.2.1 LCD-contrast
Wanneer deze functie wordt geselecteerd, kan het LCD-con-
trast worden geregeld met de pijltjestoetsen.

8. Nuttige informatie

8.1 Signaalinterferentie
8.1.1 Gestoorde velden
Soms kan een enkelvoudig veld metaal of ander ferromateriaal
tegenkomen in de bodem dat de veldlijnen kan storen. Het kan
daarbij gaan om een andere leiding, begraven metaalafval of
oude ongebruikte leidingen die de veldlijnen kunnen shunten
62
of kortsluiten. In dat geval kan de Scout een zwakker signaal
weergeven rondom het object en een sterker signaal recht er
boven. Het object kan fungeren als een lens die het signaal
onvoorspelbaar versterkt of verzwakt.
8.1.2 Samengestelde velden
Samengestelde velden zijn ook mogelijk. Wanneer een
enkelvoudig veld een ander tegenkomt, kunnen die twee teza-
men een sterker signaal genereren. Het is belangrijk voor
operators daar rekening mee te houden rond "T-stukken" of
rechte hoeken in de leiding, waar er zich vaak samengestelde
velden voordoen.
Samengesteld veld getoond rondom een
koppeling in een leiding.
8.1.3 Ruis
Met interferentiesignalen (ruis) MOET men gewoon rekening
houden bij het lokaliseren van leidingen. Interferentie kan
dezelfde frequentie hebben als de gebruikte frequentie, of ze
kan andere frequenties vertonen. Bepaalde van de sterkste
interferentiesignalen worden gegenereerd door krachtover-
brengingsapparatuur. Stroomtransformatoren, grote elektrische
motoren of generatoren en leidingen kunnen de bron zijn van
zeer sterke ruissignalen. Zones waar zich bijzonder veel ruis
voordoet, moeten zoveel mogelijk worden vermeden.
Als de hoekweergave instabiel is en/of als de signaalniveaus
niet stabiel zijn, is dat een goede indicatie van hetzij de
afwezigheid van een doelsignaal (sonde of bekrachtigde lei-
ding), hetzij de aanwezigheid van krachtige interferentieruis.
8.2 Opmerkingen over nauwkeurigheid
Diepte- en signaalsterktemetingen vereisen dat de Scout een
sterk signaal ontvangt. Zoals u reeds weet wordt de Scout
gebruikt boven de grond voor het detecteren van elektromag-
netische velden die worden gegenereerd door ondergrondse
leidingen (elektrische geleiders zoals metalen draden of
buizen) of sondes (actief uitzendende bakens). Wanneer de
velden eenvoudig en ongestoord zijn, zijn de gedetecteerde
velden representatief voor het ondergronds object.
Als die velden gestoord zijn en er meerdere elkaar beïnvloe-
dende velden voorkomen, zal dat ervoor zorgen dat de Scout
onnauwkeurig werkt. Plaatsbepaling is geen exacte weten-

Advertisement

Table of Contents
loading

Table of Contents