RIDGID NaviTrack Scout Operating Instructions Manual page 59

Hide thumbs Also See for NaviTrack Scout:
Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 1
Als die omstandigheden niet of niet allemaal kloppen, dient u
scherp te letten op de maximale signaalsterkte. In het algemeen
geldt het volgende: als de bovengenoemde omstandigheden
kloppen en de Scout zich binnen ongeveer twee "diepten" van
de signaalbron bevindt, is de kaart bruikbaar en accuraat. Houd
daar rekening mee wanneer u de kaart gebruikt indien het doel
of de signaalbron heel ondiep zit. Het bruikbare zoekgebied op
basis van de kaart kan klein zijn als de sonde uiterst ondiep zit.
5.7 Gekantelde sondes
Als de sonde gekanteld is, zal één pool zich dichter bij de
sonde bevinden en de andere verder weg, zodat de sonde
zich niet meer precies halfweg tussen de beide polen bevindt.
De signaalsterkte van de dichtstbijgelegen pool wordt veel
Microkaart - Voorbeelden – Sondemodus
groter dan die van de verder afgelegen pool. In het extreme
geval waarin de sonde helemaal verticaal komt te liggen, ver-
plaatst een pool zich naar een punt recht boven de sonde en
die pool is dan ook het punt van de maximale signaalsterkte.
De andere pool 'ziet' de Scout niet. Dus zelfs wanneer de
sonde verticaal ligt, bijvoorbeeld wanneer ze in een breuk in
de leiding of in ondergrondse tank terecht is gekomen, kan ze
nog altijd worden gelokaliseerd.
Scout op de evenaar
Scout verlaat de
evenaar en nadert
de pool
Scout op de pool
59

Advertisement

Table of Contents
loading

Table of Contents