Opsporen Onder Bestrate Oppervlakken - RIDGID A-Frame Operator's Manual

Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 1
Storingzoeker met A-frame
de storing wordt ook hoorbaar weergege-
ven - een lange, langzame pieptoon geeft de
voorwaartse richting aan en een snelle piep-
toon geeft de achterwaartse richting aan.
4. Verwijder de ontvanger van de aarde en loop
een aantal stappen zoals aangegeven door
de richtingspijl en het piepgeluid langs de
route van de geleider. Steek de pennen van
de ontvanger opnieuw in de aarde ( guur 11).
Blijf van de aardingspen weg bewegen
langs de route van de geleider. De sig-
naalsterkte moet dalen (in sommige ge-
vallen tot nul) en vervolgen toenemen
terwijl u naar een storing beweegt.
5. Signaalsterkte zal boven de storing pie-
ken. Wanneer u de storing passeert, zal
de richtingspijl van richting verande-
ren en de pieptoon verandert van lang
langzaam naar snel en de signaalsterkte
neemt af. Blijf de ontvanger vooruit en
achteruit bewegen tot een geringe be-
weging ervoor zorgt dat de richtingspij-
len heen en weer gaan en de pieptoon
wisselt. Op dat punt bevindt de storing
zich tussen de pennen van de ontvanger.
Vergelijk de signaalsterkte met de referen-
tiesignaalsterkte die in de buurt van de
aardingspen is gemeten. Ze moeten over-
eenkomen. Wanneer de signaalsterkte
van de storing veel lager is dan de referen-
tiewaarde, hebt u wellicht niet een storing
opgespoord. Een geaard verbindingspunt
kan zich als een storing gedragen tijdens
het opsporen, maar geeft een veel lagere
Aardingspen
Figuur 11 - Signaalsterkte
Figuur 12 - De nitieve plaatsbepaling
80
Geleider
(eindaanzicht)
Storing
signaalsterkte af. Bij een lage storingssig-
naalsterkte kunt u de plaats markeren
en verder langs de route van de geleider
bewegen voor een storingssignaalsterkte
die dichter bij het referentiesignaal ligt.
Zodra een storing gevonden is met een
signaal dat overeenkomt met het referen-
tiesignaal, draait u de A-frame-storingzoeker
haaks op de route van de geleider. Beweeg
de ontvanger vooruit en achteruit tot een
geringe beweging ervoor zorgt dat de rich-
tingspijlen heen en weer gaan en de piep-
toon wisselt. Op dat punt bevindt de storing
zich tussen de pennen van de ontvanger. Zie
guur 12 Markeer de plaats van de storing.
6. Na het traceren schakelt u de zender UIT met
de AAN/UIT-schakelaar. Zet het apparaat al-
tijd UIT voordat u de kabels loskoppelt om
de kans op elektrische schokken te voorko-
men. Maak de meetkabel eerst los van de
doelgeleider. Maak de meetkabel altijd eerst
los van de doelgeleider voordat u de meet-
kabel van de aardingspen haalt om de kans
op elektrische schokken te verkleinen. Kop-
pel de meetkabel los van de aardingspen.
Opsporen onder bestrate
oppervlakken
Het opsporen kan lastig zijn wanneer de
storing zich onder een bestraat oppervlak
bevindt, omdat de ontvangerpennen geen
goed elektrisch contact met de aarde kunnen
maken. In dat geval zijn er verschillende me-
thoden die u kunt toepassen.
Storing
Storing
Signaalsterkte
Signaal-
sterkte
Geleider (zijaanzicht)

Advertisement

Table of Contents
loading

This manual is also suitable for:

Ft-103Fr-30

Table of Contents