Navigatievoorkeuren; De Actieve Zoekperiode Van Het Begeleidingssignaal Instellen; Het Gras Bij De Begrenzing Maaien - Makita RM350D Instruction Manual

Robotic mower
Hide thumbs Also See for RM350D:
Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 1
4.
Selecteer het gewenste menu.
Menu
Beschrijving
Manual
Hiermee stelt u een consistente maaihoogte in.
(consistent)
(Handmatig
(consistent))
Auto
Door de graslengte vóór en na het maaien in
(Automatisch)
te stellen, past de robotmaaier automatisch de
hoogte van de maaimessen in stappen aan.
Het invoerscherm voor de maaihoogte wordt weergegeven.
5.
Druk op de toetsen
/
Nadat de gewenste maaihoogte wordt weergegeven op het scherm, drukt u
op de toets
om de instelling te bevestigen. Als er meerdere invoervelden
zijn, stelt u een waarde in voor elk veld en drukt u vervolgens op de toets
Instelscherm van het menu [Manual (consistent) (Handmatig
(consistent))]
► Fig.32
Instelscherm van het menu [Auto (Automatisch)]
► Fig.33: 1. Graslengte vóór het maaien 2. Beoogde graslengte na
het maaien
6.
Volg het bericht dat wordt weergegeven op het scherm en voltooi het instellen.
Nadat het bericht [Saved successfully. (Opgeslagen.)] wordt weerge-
geven, drukt u op de toets
.

Navigatievoorkeuren

LET OP: Wanneer de robotmaaier de eerste keer wordt
opgestart, nadat ter voorbereiding de draden in het maaigebied
zijn gemonteerd, moet u de robotmaaier eerst een keer vanuit
de gekoppelde situatie automatisch laten wegrijden uit het
laadstation.
Wanneer de robotmaaier automatisch wegrijdt uit het laadstation,
slaat hij het magnetische veld op in zijn geheugen en voert hij auto-
nome besturing uit zodat het koppelen daarna correct wordt uitge-
voerd. Als deze procedure niet wordt gevolgd, voert de robotmaaier
het koppelen mogelijk niet goed uit nadat hij is teruggekeerd, of
werkt hij mogelijk op een andere manier niet correct.
Selecteer een van de volgende twee manieren en voer deze uit om
de robotmaaier automatisch te laten wegrijden uit het laadstation.
Koppel de volledig opgeladen robotmaaier in het laadstation
binnen de vooraf geplande bedieningstijd (of op enig moment
bij gebruik van het submenu [Deactivate schedules (Plannen
deactiveren)]), en voer vervolgens de startinstructie uit in het
menu [Start mowing (Start maaien)]. Raadpleeg voor verdere
informatie "Menu Start maaien" (pagina 103).
Registreer tijdelijk de manier van wegrijden uit het laadsta-
tion in het submenu [Mower departing points (Startpunten
van maaier)] van het menu [Navigation preferences
(Navigatievoorkeuren)], en voer een testnavigatie uit.
Raadpleeg voor verdere informatie "De manier van wegrijden
uit het laadstation selecteren" (pagina 107).
De actieve zoekperiode van het begeleidingssignaal
instellen
[Beginmenu] > [Main menu (Hoofdmenu)] > [Navigation prefe-
rences (Navigatievoorkeuren)] > [Active search period for guide
wire (Actieve zoekperiode geleidingsdraad)]
Stel de tijdsduur in gedurende welke de robotmaaier actief moet zoe-
ken naar het stuursignaal vanaf de begeleidingsdraad.
OPMERKING: Tijdens het terugkeren naar het laadstation detec-
teert de robotmaaier het signaal dat wordt uitgezonden door de
begeleidingsdraad en volgt dat signaal om de route terug naar het
laadstation efficiënt te volgen.
OPMERKING: Als het signaal vanaf de begeleidingsdraad niet kan
worden gedetecteerd binnen de actieve zoekperiode, schakelt de
robotmaaier over op het zoeken in een groter gebied, met inbegrip
van het signaal vanaf de begrenzingsdraad, waarna de robotmaaier
terugkeert naar het laadstation aan de hand van het gedetecteerde
stuursignaal.
OPMERKING: Het wordt aanbevolen om de actieve zoekperiode
van het begeleidingssignaal in te stellen op "0" (nul) als u geen
begeleidingsdraden in het maaigebied monteert.
/
/
om de maaihoogte in te stellen.
1.
Druk op het bedieningspaneel op de
Het [Main menu (Hoofdmenu)] wordt weergegeven.
2.
Selecteer
op het scherm.
Het submenu wordt weergegeven.
3.
Selecteer [Active search period for guide wire (Actieve zoekperi-
ode geleidingsdraad)].
► Fig.34
Het invoerscherm wordt weergegeven.
4.
Gebruik het toetsenblok en voer de gewenste zoekperiode in.
► Fig.35
OPMERKING: U kunt een actieve zoekperiode van 0 tot en met 10
minuten invoeren. De standaardinstelling is 10 minuten. Als een
waarde hoger dan het instelbereik wordt ingevoerd, wordt deze
.
automatisch vervangen door de maximumwaarde.
5.
Druk op de toets
Nadat het bericht [Saved successfully. (Opgeslagen.)] wordt weerge-
geven, drukt u op de toets

Het gras bij de begrenzing maaien

[Beginmenu] > [Main menu (Hoofdmenu)] > [Navigation preferen-
ces (Navigatievoorkeuren)] > [Boundary overreach (Begrenzing
overschreden)]
Stel de afstand in waarmee de robotmaaier de begrenzingsdraad
moet overschrijden om het gras tot aan de rand netjes te maaien.
Beweging van de robotmaaier in de buurt van de
begrenzing
Wanneer de robotmaaier de begrenzingsdraad die rondom het
maaigebied is aangebracht nadert, detecteert deze het signaal van
de begrenzingsdraad en bereidt hij zich voor om van richting te ver-
anderen. Wanneer Overschrijding begrenzing is ingesteld, maait de
robotmaaier tot aan een bepaalde afstand buiten de begrenzings-
draad en keert vervolgens terug tot binnen de begrenzing, verandert
automatisch van richting en navigeert verder. Door een geschikte
overschrijding van de begrenzing in te stellen, krijgt u een mooie
afwerking van het gazon zonder dat het gras langs de rand van het
gazon ongemaaid blijft.
► Fig.36: 1. Begrenzingsdraad 2. Overschrijding begrenzing
3. Draadsignaal 4. Maairoute
1.
Druk op het bedieningspaneel op de
Het [Main menu (Hoofdmenu)] wordt weergegeven.
2.
Selecteer
op het scherm.
Het submenu wordt weergegeven.
3.
Selecteer [Boundary overreach (Begrenzing overschreden)].
Het invoerscherm wordt weergegeven.
4.
Gebruik het toetsenblok en voer de afstand in waarmee de
robotmaaier de begrenzingsdraad moet overschrijden.
► Fig.37
OPMERKING: U kunt een overschrijdingsafstand van 20 tot en met
50 cm invoeren.
OPMERKING: Als een waarde lager dan het instelbereik wordt
ingevoerd, wordt het bericht [Invalid input. (Ongeldige invoer.)]
weergegeven. Selecteer [OK] en druk daarna op de toets
invoerscherm wordt weer weergegeven.
OPMERKING: Als een waarde hoger dan het instelbereik
wordt ingevoerd, wordt deze automatisch vervangen door de
maximumwaarde.
5.
Druk op de toets
Nadat het bericht [Saved successfully. (Opgeslagen.)] wordt weerge-
geven, drukt u op de toets
106
NEDERLANDS
-knop.
om de invoer te bevestigen.
.
-knop.
om de invoer te bevestigen.
.
. Het

Advertisement

Table of Contents
loading

Table of Contents