Voorbereidingen; In- En Uitschakelen; De Robotmaaier Opladen; Benodigde Kennis Vóór Gebruik - Makita RM350D Instruction Manual

Robotic mower
Hide thumbs Also See for RM350D:
Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 1

VOORBEREIDINGEN

De volgende voorbereidingen moeten worden getroffen om het appa-
raat te kunnen gebruiken.
1. Het maaigebied voorbereiden
Bepaal het oppervlak dat moet worden gemaaid door de robot-
maaier. Monteer een begrenzingsdraad rondom het maaigebied
en sluit de voeding aan op het laadstation. Monteer zo nodig een
begeleidingsdraad.
Voor de gedetailleerde procedure raadpleegt u de bijgeleverde
Montagehandleiding.
2. Opstartinstellingen van de robotmaaier
Wanneer de robotmaaier de eerste keer wordt gebruik, is het noodza-
kelijk om de taal, de datum en tijd, het maaigebied en de pincode in
te stellen.
Voor de gedetailleerde procedure raadpleegt u de bijgeleverde
Montagehandleiding.

3. De robotmaaier opladen

De accu van de robotmaaier is niet voldoende opgeladen bij verzen-
ding af fabriek. Laad vóór gebruik de accu op.
Voor de oplaadprocedure raadpleegt u de paragraaf "De robotmaaier
opladen" (pagina 100) in deze gebruiksaanwijzing.

In- en uitschakelen

De aan-uitschakelaar bevindt zich op de onderkant van de robot-
maaier. Druk op de
-kant van de aan-uitschakelaar om in te scha-
kelen, of op de
-kant om uit te schakelen.
► Fig.3: 1. Aan-uitschakelaar
De robotmaaier opladen
De resterende acculading controleren
1.
Druk op de "STOP"-knop.
Het displaydeksel gaat open.
► Fig.4: 1. "STOP"-knop 2. Displaydeksel 3. Bedieningspaneel
2.
Zet de aan-uitschakelaar van de robotmaaier aan.
3.
Druk op het bedieningspaneel op de
Het [Main menu (Hoofdmenu)] wordt weergegeven. U kunt de res-
terende acculading controleren in de rechterbovenhoek van het
scherm.
Main menu (Hoofdmenu)
► Fig.5: 1. Aanduiding van de resterende acculading
Aanduiding op het lcd-scherm
Opladen
1.
Zet de aan-uitschakelaar van de robotmaaier aan.
OPMERKING: Het opladen wordt alleen uitgevoerd wanneer de
aan-uitschakelaar van de robotmaaier aan staat.
2.
Koppel de robotmaaier in het laadstation.
► Fig.6: 1. Laadstation 2. Led-lamp
Wanneer het opladen begint, knippert de led-lamp groen. Nadat het
opladen klaar is, gaat de led-lamp uit.
-knop.
Resterende acculading
80 - 100%
60 - 80%
20 - 60%
0 - 20%
100
Benodigde kennis vóór gebruik
Maaiomgeving
Controleer of het gebied dat door de robotmaaier moet worden
gemaaid, voldoet aan de volgende voorwaarden:
De graslengte is 100 mm of minder.
Als het gras te lang is, maait u het eerst korter.
Er liggen geen obstakels op het gras, zoals stenen, stokken of
gereedschappen.
De robotmaaier kan obstakel opwerpen of opvangen waardoor
een ongeval ontstaat.
Er zijn geen waterplassen.
De robotmaaier kan het gazon in de regen maaien, maar nat
gras neigt te blijven plakken aan de robotmaaier en de kans op
slippen op steile hellingen is groter.
Er zijn geen sneeuwophopingen.
De robotmaaier kan slippen en niet correct werken.
Laadstation
Het laadstation laadt de robotmaaier en stuurt signalen door de
begrenzingsdraad en begeleidingsdraad.
Controleer of de plaats waar het laadstation wordt gemonteerd, vol-
doet aan de volgende voorwaarden:
Deze bevindt zich dicht bij de voeding.
De locatie is vlak.
De montagelocatie heeft een hellingsgraad van minder dan ±5°
of is vlak.
De locatie moet beschermd zijn tegen de zon.
Als het laadstation rechtstreeks op het gazon wordt gemonteerd,
maait u het gras eerst kort.
Er is een ruimte van 3 meter of meer aan de voorkant.
KENNISGEVING: Buig de grondplaat niet.
Begrenzingsdraad
De begrenzingsdraad definieert het gebied waarbinnen de robot-
maaier de maaiwerkzaamheden uitvoert.
Monteer de begrenzingsdraad langs de buitenrand van het gebied
waarbinnen de robotmaaier de maaiwerkzaamheden uitvoert.
Voor de montageprocedure raadpleegt u het hoofdstuk "De begren-
zingsdraad monteren" in de Montagehandleiding.
Begeleidingsdraad
Deze draad begeleidt de robotmaaier terug naar het laadstation.
Deze draad begeleidt de robotmaaier naar gebieden waar de robot-
maaier minder vaak komt als gevolg van topografische redenen, enz.
Voor de montageprocedure raadpleegt u het hoofdstuk "De begelei-
dingsdraad monteren" in de Montagehandleiding.
Lamp
De lamp op de robotmaaier en het laadstation kan diverse status-
sen aangeven door middel van de kleur en het branden/knipperen/
uitgaan.
► Fig.7: 1. Led-lamp 2. Laadstationindicator
Robotmaaier
Led-lamp
Status
Groen, knippert
Laad op (nadat het opladen klaar is, gaat de led-lamp
uit)
Wit, knippert
In gebruik (knippert gedurende de tijdsduur ingesteld
in de instelling [LED (Led)])
Rood, knippert
Een fout is opgetreden
Uit
Stand-by/Uitschakelen
of anders dan bovenstaande
Laadstation
Laadstationindicator Status
Rood, brandt
Een fout is opgetreden
Rood, knippert
Er zit een abnormaliteit in de aansluiting van de
begrenzingsdraad
Groen, brandt
De begrenzingsdraad is correct aangesloten
NEDERLANDS

Advertisement

Table of Contents
loading

Table of Contents