Makita MAC210Q Instruction Manual page 51

Beschrijving van de onderdelen
► Fig.1
1 Luchtfilter (luchtinlaat)
5 Regelaar
9 Draaghandgreep
13 Netsnoer
17 Resetknop
LET OP:
Gebruik altijd accessoires en hulpstukken die worden aanbevolen voor gebruik met Makita-
producten. Als u dat niet doet, kan persoonlijk letsel worden veroorzaakt. Accessoires en hulpstukken
moeten worden gebruikt voor hun originele doeleinden. Als u hulp nodig hebt, neemt u contact op met uw
plaatselijke Makita-servicecentrum.
Woordenlijst
MPa (megapascal): Metrische drukmeting. 1 megapas-
cal is gelijk aan 10 bar.
Inschakeldruk: Terwijl de motor uit staat, daalt de
tankdruk wanneer u het accessoire of luchtpistool blijft
gebruiken. Wanneer de tankdruk is gedaald tot een
bepaald niveau, zal de motor automatisch worden
gestart. Deze druk heet de inschakeldruk.
Uitschakeldruk: Wanneer u de luchtcompressor inschakelt,
slaat de motor aan en loopt de luchtdruk in de luchttank op.
Deze neemt toe tot een bepaalde druk waarna de motor auto-
matisch afslaat om de luchttank te beschermen tegen een
hogere druk dan de drukwaarde waarvoor deze is ontworpen.
De druk waarop de motor afslaat, heet de uitschakeldruk.
Inspectie na ontvangst
SCHADE: Elke luchtcompressor wordt vóór verzending
uitvoering getest en gecontroleerd. Als gevolg van een
verkeerde behandeling, kan tijdens transport schade
worden veroorzaakt waardoor problemen ontstaan bij
de bediening van de luchtcompressor.
Controleer onmiddellijk na ontvangst de machine op
zowel zichtbare als verborgen schade om te voorkomen
dat kosten ontstaan om dergelijke problemen op te
lossen. Dit dient te worden gedaan ongeacht eventuele
zichtbare tekenen van schade aan de verpakking. Als
dit product rechtstreeks aan u werd verzonden, rappor-
teert u eventuele schade aan de transporteur en zorgt u
ervoor dat het product onmiddellijk wordt geïnspecteerd.
Installatie en inloopprocedure
De luchtcompressor opstellen
Zet de luchtcompressor op een schone, droge en goed
geventileerde plaats. Het luchtfilter mag niet worden geblok-
keerd omdat dit de luchttoevoer naar de luchtcompressor
kan verlagen. De luchtcompressor dient te worden opgesteld
op een afstand van minstens 305 mm van een muur en
andere obstructies die de luchtstroom kunnen hinderen. De
compressorkop en beschermkap van de luchtcompressor
zijn zodanig ontworpen dat een goede koeling mogelijk is.
Als de luchtvochtigheid hoog is, kan een luchtfilter wor-
den gemonteerd op de luchtuitlaatadapter om buiten-
sporig vocht te verwijderen. Volg de instructies die zijn
geleverd met het luchtfilter voor een juiste installatie.
Plaats de luchtcompressor op een vlakke ondergrond
zodat hij stevig op zijn rubber poten staat.
2 Terugslagklep
6 Tankdrukmeter
10 Luchttank
14 Schakelaar ON/AUTO -
OFF (aan/auto - uit)
- -
3 Veiligheidsklep
7 Uitlaatluchtdrukmeter
11 Aftapventiel
15 Drukschakelaar-
aflaatventiel
- -
WAARSCHUWING:
WAT KAN ER GEBEUREN?
De luchtcompressor kan van een tafel, werkbank
of dak af vallen en schade aan de luchtcompressor
veroorzaken wat kan leiden tot ernstig letsel of de
dood van de gebruiker.
HOE KAN DIT WORDEN VOORKOMEN?
Gebruik de luchtcompressor altijd in een stabiele
positie om te voorkomen dat de luchtcompressor per
ongeluk beweegt. Gebruik de luchtcompressor nooit
op een dak of andere verhoogde locatie. Gebruik een
extra luchtslang om een hoge locatie te bereiken.
Bedrijfstemperatuur
De bedrijfstemperatuur van deze luchtcompressor ligt
tussen 0 °C en 40 °C.
LET OP:
Bedien de luchtcompressor nooit
bij een temperatuur lager dan 0 °C of hoger dan
40 °C.
Werkcyclus
Bij alle door Makita geproduceerde luchtcompressors wordt
geadviseerd om ze op niet meer dan 50% van de werk-
cyclus te gebruiken. Dit betekent dat het gebruik van een
luchtcompressor die meer dan 50% in een uur lucht pompt,
wordt beschouwd als misbruik omdat de luchtcompressor
te licht gebouwd is voor de vereiste luchtopbrengst.
Voeding
Gebruik de luchtcompressor op een spanning aangege-
ven op het typeplaatje. Het toelaatbare tolerantiebereik
mag maximaal ±5% zijn. Als de luchtcompressor wordt
gebruikt op een hogere spanning dan de nominale
spanning, zal dat leiden tot een abnormaal hoog motor-
toerental en kan de machine beschadigd raken en de
motor doorbranden.
Verlengsnoeren
Om een spanningsval en oververhitting van de motor te
voorkomen, gebruikt u een extra luchtslang in plaats van
een verlengsnoer. Als een verlengsnoer wordt gebruikt,
kan een lage spanning schade aan de motor veroorzaken.
• Verzeker u ervan dat het verlengsnoer in goede
staat verkeert.
51 NEDERLANDS
4 Luchtcompressorpomp
8 Snelkoppeling
12 Drukschakelaar
16 Thermische
stroomonderbreker
- -
Risico van vallen