AEG OMNI-RT Original Instructions Manual page 18

Application head
Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 1
VERGUNNING
Dit hulpgereedschap is geschikt voor het gebruik op de
volgende aandrijfeenheden:
OMNI 12C-PB......................................................... 12 V
OMNI 18C-PB......................................................... 18 V
OMNI 300-PB ................................................ 220-240 V ~
TECHNISCHE GEGEVENS
OMNI-RT
Productienummer ..............................................4562 46...
...00001-99999
Nominaal toerental ........................................... 24000 min
Spantangdiameter ...................................... 3,175 mm (1/8")
Slijpsteen ø max.
Slijpkop-ø max. .................................................... 55 mm
Doorslijpschijf-ø max. .......................................... 55 mm
Gewicht volgens de EPTA-procedure 01/2014 .... 470 g
Slijpkop-ø max. ....................................................... 55 mm
Doorslijpschijf-ø max. ............................................. 55 mm
Geluids-/trillingsinformatie
Totale trillingswaarden (vectorsom van drie richtingen)
bepaald volgens EN 60745.
Trillingsemissiewaarde a
h
Schuren van oppervlakken
OMNI 12C-PB ................................................ 14,7 m/s
OMNI 18C-PB ................................................ 16,7 m/s
OMNI 300-PB .................................................. 6,5 m/s
Onzekerheid K= ............................................... 1,5 m/s
Voor de technische gegevens en goedkeuringen van de
aandrijfeenheden voor het gebruik met verschillende
hulpgereedschappen verwijzen wij naar de
gebruiksaanwijzingen van de toegepaste aandrijfeenheid.
WAARSCHUWING!
De in deze aanwijzingen vermelde trillingsdruk is gemeten
volgens een in EN 60745 genormeerde meetmethode en
kan worden gebruikt voor de onderlinge vergelijking van
apparaten. Hij is ook geschikt voor een voorlopige
inschatting van de trillingsbelasting.
De aangegeven trillingsdruk geldt voor de meest
gebruikelijke toepassingen van het elektrische apparaat.
Wanneer het elektrische gereedschap echter voor andere
doeleinden, met andere dan de voorgeschreven
hulpstukken gebruikt of niet naar behoren onderhouden
wordt, kan de trillingsdruk afwijken. Dit kan de waarde van
de trillingsdruk over de hele werkperiode aanzienlijk
verhogen.
Voor een nauwkeurige inschatting van de trillingsdruk
moeten ook de tijden in aanmerking worden genomen dat
het apparaat uitgeschakeld is of weliswaar loopt, maar niet
werkelijk in gebruik is. Dit kan de waarde van de trillingsdruk
over de hele werkperiode aanzienlijk verminderen.
Bepaal extra veiligheidsmaatregelen ter bescherming van
de bediener tegen de inwerking van trillingen, bijvoorbeeld:
onderhoud van elektrische gereedschappen en apparaten,
warmhouden van de handen, organisatie van de
werkprocessen.
34
NEDERLANDS
WAARSCHUWING! Lees alle veiligheidsinstructies
en aanwijzingen. Als de waarschuwingen en voorschriften
niet worden opgevolgd, kan dit een elektrische schok, brand
of ernstig letsel tot gevolg hebben.
Bewaar alle waarschuwingen en voorschriften voor
toekomstig gebruik.
VEILIGHEIDSADVIEZEN
Algemene waarschuwingen voor het slijpen en
doorslijpen:
-1
a) Dit elektrische gereedschap is bestemd voor gebruik
als slijp- en doorslijpmachine. Neem alle
waarschuwingen, aanwijzingen, afbeeldingen en
gegevens die u bij het elektrische gereedschap
ontvangt in acht.
Als u de volgende aanwijzingen niet in acht neemt, kunnen
een elektrische schok, brand en/of ernstig letsel het gevolg
zijn.
b) Dit elektrische gereedschap is niet geschikt voor het
schuren met schuurpapier, borstelen of polijsten.
Ondoelmatig gebruik van dit elektrische gereedschap kan
leiden tot gevaren en persoonlijk letsel.
c) Gebruik uitsluitend toebehoren dat door de fabrikant
2
speciaal voor dit elektrische gereedschap is voorzien
2
en geadviseerd.
2
Het feit dat u het toebehoren aan het elektrische
2
gereedschap kunt bevestigen, waarborgt nog geen veilig
gebruik.
d) Het toelaatbare toerental van het inzetgereedschap
moet minstens even hoog zijn als het maximale
toerental dat op het elektrische gereedschap is
aangegeven.
Toebehoren dat sneller draait dan toegestaan, kan breken
en in het rond vliegen.
e) De buitendiameter en de dikte van het
inzetgereedschap moeten overeenkomen met de
maatgegevens van het elektrische gereedschap.
Inzetgereedschappen met onjuiste afmetingen kunnen niet
voldoende gecontroleerd worden.
f) Slijpschijf, slijpcilinder of ander toebehoren moet
exact op de slijpspil of de spantang van het elektrische
gereedschap passen. Toebehoren dat niet exact op de
slijpspil van het elektrische gereedschap past, draait
ongelijkmatig, trilt sterk en kan controleverlies over het
gereedschap veroorzaken.
g) Op een doorn gemonteerde schijven, slijpcilinders,
snijgereedschappen of ander toebehoren moet volledig
in de spantang of in de boorhouder worden geplaatst.
Als de doorn niet voldoende gespannen en/of het overstek
van de schijf te groot is, kan de gemonteerde schijf losraken
en met hoge snelheid worden uitgeworpen.
h) Gebruik geen beschadigde inzetgereedschappen.
Controleer voor elk gebruik inzetgereedschappen zoals
slijpschijven op afsplinteringen en scheuren,
slijpwalsen op scheuren, beschadiging of sterke slijtage
en draadborstels op losse of gebroken draden. Als het
elektrische gereedschap of het inzetgereedschap valt,
dient u te controleren of het beschadigd is of dient u
een onbeschadigd inzetgereedschap te gebruiken. Als u
het inzetgereedschap hebt gecontroleerd en ingezet,
laat u het elektrische gereedschap een minuut lang op
het maximale toerental lopen. Daarbij dient u en dienen
andere personen uit de buurt van het roterende
inzetgereedschap te blijven. Beschadigde
inzetgereedschappen breken meestal gedurende deze
testtijd.
i) Draag persoonlijke beschermende uitrusting.
Gebruik afhankelijk van de toepassing een volledige
gezichtsbescherming, oogbescherming of
veiligheidsbril. Draag voor zover van toepassing een
stofmasker, een gehoorbescherming,
werkhandschoenen of een speciaal schort dat kleine
slijp- en materiaaldeeltjes tegenhoudt.
Uw ogen moeten worden beschermd tegen wegvliegende
deeltjes die bij verschillende toepassingen ontstaan. Een
stof- of adembeschermingsmasker moet het bij de
toepassing ontstaande stof fi lteren. Als u lang wordt
blootgesteld aan luid lawaai, kan uw gehoor worden
beschadigd.
j) Let erop dat andere personen zich op een veilige
afstand bevinden van de plaats waar u werkt. Iedereen
die de werkomgeving betreedt, moet persoonlijke
beschermende uitrusting dragen.
Brokstukken van het werkstuk of gebroken
inzetgereedschappen kunnen wegvliegen en verwondingen
veroorzaken, ook buiten de directe werkomgeving.
k) Houd het apparaat alléén aan de geïsoleerde
grijpvlakken vast, wanneer u werkzaamheden uitvoert
waarbij het snijgereedschap verborgen stroomleidingen
of de eigen apparaatkabel zou kunnen raken.
Het contact van het snijgereedschap met een
spanningvoerende leiding kan de metalen apparaatdelen
onder spanning zetten en zo tot een elektrische schok
leiden.
l) Houd het elektrische gereedschap goed vast als u
het inschakelt. Bij de acceleratie tot de volle snelheid kan
het reactiemoment van de motor ertoe leiden dat het
elektrische gereedschap verdraait.
m) Gebruik indien mogelijk spanklemmen om het
werkstuk te fi xeren. Houd een klein werkstuk nooit met
een hand vast terwijl u het met het gereedschap in de
andere hand bewerkt. Door kleine werkstukken vast te
spannen, hebt u de handen vrij om het elektrische
gereedschap beter te kunnen bedienen. Bij het doorslijpen
van ronde werkstukken zoals houtpluggen, stangmateriaal
of buizen, kunnen deze wegrollen, waardoor het toebehoren
klem kan raken en in uw richting kan worden geslingerd.
n) Houd de stroomkabel uit de buurt van draaiende
inzetgereedschappen.
Als u de controle over het elektrische gereedschap verliest,
kan de stroomkabel worden doorgesneden of meegenomen
en uw hand of arm kan in het ronddraaiende
inzetgereedschap terechtkomen.
o) Leg het elektrische gereedschap nooit neer, vóór het
inzetstuk volledig tot stilstand is gekomen. Het
draaiende inzetstuk kan in aanraking komen met de
ondergrond, waardoor u de controle over het elektrische
gereedschap kunt verliezen.
p) Na het vervangen van het toebehoren of na
instellingen aan het apparaat dient u te waarborgen dat
de moer van de spantang, de boorhouder en andere
bevestigingselementen vast aangedraaid zijn. Losse
bevestigingselementen kunnen onverwacht verschuiven en
controleverlies veroorzaken, niet-bevestigde, roterende
componenten worden met geweld weggeslingerd.
q) Laat het elektrische gereedschap niet lopen terwijl u
het draagt. Uw kleding kan door toevallig contact met het
draaiende inzetgereedschap worden meegenomen en het
inzetgereedschap kan zich in uw lichaam boren.
r) Reinig regelmatig de ventilatieopeningen van het
elektrische gereedschap.
De motorventilator trekt stof in het huis en een sterke
ophoping van metaalstof kan elektrische gevaren
veroorzaken.
s) Gebruik het elektrische gereedschap niet in de buurt
van brandbare materialen.
Vonken kunnen deze materialen ontsteken.
t) Gebruik geen inzetgereedschappen waarvoor
vloeibare koelmiddelen vereist zijn.
Het gebruik van water of andere vloeibare koelmiddelen kan
tot een elektrische schok leiden.
Terugslag en bijbehorende waarschuwingen
Terugslag is de plotselinge reactie als gevolg van een
vasthakend of geblokkeerd draaiend inzetgereedschap,
zoals een slijpschijf, steunschijf, draadborstel, enz.
Vasthaken of blokkeren leidt tot abrupte stilstand van het
ronddraaiende inzetgereedschap. Daardoor wordt een
ongecontroleerd elektrisch gereedschap tegen de
draairichting van het inzetgereedschap versneld.
Als bijvoorbeeld een slijpschijf in het werkstuk vasthaakt of
blokkeert, kan de rand van de slijpschijf die in het werkstuk
invalt, zich vastgrijpen. Daardoor kan de slijpschijf uitbreken
of een terugslag veroorzaken. De slijpschijf beweegt zich
vervolgens naar de bediener toe of van de bediener weg,
afhankelijk van de draairichting van de schijf op de plaats
van de blokkering. Hierbij kunnen slijpschijven ook breken.
Een terugslag is het gevolg van het verkeerd gebruik of
onjuiste gebruiksomstandigheden van het elektrische
gereedschap. Terugslag kan worden voorkomen door
geschikte voorzorgsmaatregelen, zoals hieronder
beschreven.
a) Houd het elektrische gereedschap goed vast en
breng uw lichaam en uw armen in een positie waarin u
de terugslagkrachten kunt opvangen.
De bediener kan door geschikte voorzorgsmaatregelen de
terugslag- en reactiekrachten beheersen.
b) Werk bijzonder voorzichtig in de buurt van hoeken,
scherpe randen, enz. Voorkom dat inzetgereedschappen
van het werkstuk terugspringen en vastklemmen.
Het ronddraaiende inzetgereedschap neigt er bij hoeken,
scherpe randen of wanneer het terugspringt toe om zich
vast te klemmen. Dit veroorzaakt een controleverlies of
terugslag.
c) Gebruik geen getand zaagblad.
Dergelijke inzetstukken veroorzaken vaak een terugslag of
verlies van controle over het elektrische gereedschap.
d) Beweeg het toebehoren steeds in dezelfde richting in
het materiaal waarin de snijrand het materiaal verlaat
(komt overeen met dezelfde richting waarin de
spaanders worden uitgeworpen). Als het elektrische
gereedschap in de verkeerde richting wordt bewogen, leidt
dit ertoe dat het toebehoren uit het werkstuk breekt
waardoor het elektrisch gereedschap in de aanvoerrichting
wordt getrokken.
e) Span het werkstuk bij het gebruik van stalen
zaagbladen, doorslijpschijven, hogesnelheidsfrezen of
frezen van hardmetaal altijd goed vast. Al bij een geringe
schuinstand in de groef blijven de gereedschappen haken,
hetgeen een terugslag kan veroorzaken. Als een
doorslijpschijf blijft haken, breekt deze normaalgesproken.
Als stalen zaagbladen, hogesnelheidsfrezen of frezen van
hardmetaal blijven haken, kan het werkstuk uit de groef
springen hetgeen tot controleverlies over het elektrische
gereedschap kan leiden.
f) Bijzondere waarschuwingen voor slijp- en
doorslijpwerkzaamheden
g) Gebruik alleen slijpschijven die voor uw elektrisch
gereedschap worden aanbevolen en alleen voor de
aanbevolen toepassingsgebieden. Slijp bijvoorbeeld
nooit met het zijvlak van een doorslijpschijf.
Doorslijpschijven zijn bedoeld voor de materiaalverwijdering
met de rand van de schijf. Door krachtinwerking van opzij
kunnen deze slijpschijven breken.
h) Gebruik voor conische en rechte slijppennen met
schroefdraad alleen onbeschadigde doornen van de
correcte maat en lengte, zonder achtersnijding aan de
schouder. Geschikte doornen verminderen de mogelijk van
een breuk.
i) Voorkom blokkeren van de doorslijpschijf en te hoge
aandrukkracht. Slijp niet overmatig diep. Een
overbelasting van de doorslijpschijf vergroot de slijtage en
de gevoeligheid voor kantelen of blokkeren en daardoor de
mogelijkheid van een terugslag of breuk van het
slijptoebehoren.
j) Positioneer uw hand niet in de rotatierichting resp.
achter de roterende doorslijpschijf. Als u de
doorslijpschijf in het werkstuk van uw hand weg beweegt,
NEDERLANDS
35

Advertisement

Table of Contents
loading

Table of Contents