Download Print this page

Cisco Linksys WVC54GCA User Manual page 196

Wireless-g internet home monitoring camera
Hide thumbs Also See for Linksys WVC54GCA:

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 9
Hoofdstuk4
Delete All
(Alle verwijderen) Als u de database wilt wissen,
klikt u op Delete All en vervolgens op OK om het wissen
te bevestigen .
Klik vervolgens op Apply (Toepassen) . Als u wijzigingen die nog
niet zijn opgeslagen ongedaan wilt maken, klikt u op Cancel
(Annuleren) . Klik op Help als u meer informatie wilt over de
functies in dit scherm .
Setup > Options (Instellingen > Opties)
In het scherm Setup > Options (Instellingen > Opties) kunt
u
de
DDNS-service,
UPnP-configuratie
poortinstellingen instellen en configureren . Met DDNS (Dynamic
Domain Name System) kunt u een vaste host- en domeinnaam
aan een dynamisch IP-adres toekennen .
Het scherm Setup > Options (Instellingen > Opties)
DDNS
Enable DDNS
(DDNS inschakelen) Selecteer deze optie om
DDNS-service in te schakelen voor de camera .
Service
Provider
(Serviceprovider) Dit
serviceprovider, vooraf ingesteld op TZO .
Domain Name
(Domeinnaam) Voer de domeinnaam in die
aan u is toegewezen door de DDNS-serviceprovider .
E-Mail Address
(E-mailadres) Voer het e-mailadres in dat wordt
gebruikt om de DDNS-service te registreren .
TZO Key
(TZO-sleutel) Voer de TZO-sleutel in die ter beschikking
is gesteld door de DDNS-serviceprovider .
Update Period
(Bijwerkperiode) Stel hier het interval in
waarmee moet worden gecontroleerd of het internet-IP-adres
is gewijzigd . Geef aan hoe vaak moet worden gecontroleerd,
van Every 10 mins (Elke 10 min) tot Every  hrs (Elke 24 uur)
en voer het tijdstip in waarop de controle moet starten, in de
indeling uu:mm .
Opmerking:
als u de DDNS-functie van de camera
gebruikt, moet u tevens de functie port forwarding
configureren op de netwerkrouter . Ga naar
www.linksys.com/portfwd voor instructies over
het configureren van een Linksys-router . Werkt u met
een andere router, raadpleeg dan de documentatie
bij de betreffende router .
Wireless-G internetbewakingscamera
Geavanceerde configuratie met het webgebaseerde hulpprogramma
en
alternatieve
is
de
DDNS-
Klik vervolgens op Apply (Toepassen) . Als u wijzigingen die nog
niet zijn opgeslagen ongedaan wilt maken, klikt u op Cancel
(Annuleren) . Klik op Help als u meer informatie wilt over de
functies in dit scherm .
UPnP
Enable/Disable
(Inschakelen/Uitschakelen) Wanneer deze optie
is ingeschakeld, zorgt de functie UPnP (Universal Plug and Play) van
de camera er voor dat een UPnP-computer de camera makkelijk
kan detecteren . De UPnP-functie van de camera is standaard
uitgeschakeld . Als uw computer UPnP ondersteunt, selecteert u
deze optie .
Alternate Web Access Port
(Poort voor alternatieve webtoegang)
Enable/Disable
(Inschakelen/Uitschakelen) Selecteer
optie als u wilt dat de camera een alternatieve poort gebruikt voor
de communicatie . Geef vervolgens het gewenste poortnummer
op dat moet liggen in het bereik 10 tot 6 in het veld Port
Number Poortnummer . Het standaardpoortnummer is 10 .
Als al een webserver aanwezig is in het LAN, moet u de
alternatieve poort inschakelen en dit poortnummer gebruiken
in plaats van poort 80 .
RTP/RTSP
U kunt de live-videostream van de camera weergeven met
verschillende toepassingen voor het afspelen van multimedia
zoals QuickTime, RealPlayer of Windows Media Player of
met een mobiele telefoon die RTSP ondersteunt . Als u deze
optie wilt activeren, configureert u eerst de gewenste RTP/
RTSP-instellingen zoals beschreven in dit gedeelte, opent u
vervolgens de multimediaspeler, gaat u met de speler naar de
juiste URL uit de volgende lijst (waar <camera-IP-adres> het
IP-adres is van de camera die u wilt weergeven) .
QuickTime of RealPlayer:
rtsp://< camera-IP-adres>/img/video.sav
Windows Media Player:
rtsp://< camera-IP-adres>/img/video.asf
Mobiele telefoon met RTSP-ondersteuning:
rtsp://< camera-IP-adres>/img/video.asf
RTSP Port
(RTSP-poort) Om het RTSP-poortnummer te wijzigen
geeft u het gewenste poortnummer op van 10 tot 6 .
De standaardinstelling is  .
RTP Data Port
(RTP-gegevenspoort) Om het nummer van
de RTP-gegevenspoort te wijzigen geeft u het gewenste
poortnummer op van 10 tot 6 .
Max RTP Data Packet
(Maximumlengte RTP-gegevenspakketten)
Als u de maximumlengte van RTP-gegevenspakketten wilt wijzigen,
voert u de maximumlengte in van 00 tot 100 .
Multicast RTP/RTSP
Enable/Disable
(Inschakelen/Uitschakelen) Selecteer Enable
(Inschakelen) om de functie Multicast RTP/RTSP in te schakelen of
selecteer Disable (Uitschakelen) om de functie uit te schakelen .
deze
188

Advertisement

loading