Makita PF400MP Original Instruction Manual page 42

Pump attachment
Hide thumbs Also See for PF400MP:
Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 1
4.
Kantel de hendel naar het aandrijfsysteem.
► Fig.9: 1. Hendel
Zorg ervoor dat het bovenvlak van de hendel parallel
ligt aan de pijp.
KENNISGEVING:
Zet de hendel niet vast zonder
dat de hulpstukpijp erin is gestoken. Als u dit doet,
kan de hendel de ingang voor de aandrijfschacht te
ver dichtknijpen en beschadigen.
Om de pijp te verwijderen, kantelt u de hendel naar het
hulpstuk en trekt u de pijp eruit terwijl u de ontgrendel-
knop ingedrukt houdt.
► Fig.10: 1. Ontgrendelknop 2. Hendel 3. Pijp
BEDIENING
WAARSCHUWING:
wingen en voorzorgsmaatregelen in het hoofd-
stuk "VEILIGHEIDSWAARSCHUWINGEN" op
en raadpleeg de gebruiksaanwijzing van het
aandrijfsysteem.
LET OP:
Bedien het apparaat niet zonder de
slang aan te brengen op het pomphulpstuk.
LET OP:
Verzeker u ervan de slang aan te
brengen voordat u het apparaat bedient. De slang
kan om zich heen slaan wanneer er druk op wordt
gezet.
LET OP:
Stel voor gebruik de positie van het
bevestigingsoog en het schouderdraagstel af op
comfortabel gebruik.
KENNISGEVING:
Verpomp geen water met
daarin een grote hoeveelheid vaste deeltjes, of
zeewater.
KENNISGEVING:
Verpomp geen water warmer
dan 40 °C.
KENNISGEVING:
Laat na gebruik het water uit
de slang lopen.
KENNISGEVING:
Voordat u het apparaat ver-
plaatst of de gebruikslocatie verandert, moet u
het apparaat uitschakelen en de slang vasthou-
den. Als u het apparaat verplaatst zonder de slang
vast te houden, kan het apparaat worden beschadigd.
KENNISGEVING:
Na het verpompen van riool-
water, pompt u schoon water door de waterinlaat
en de slang om het vuil eruit te spoelen.
KENNISGEVING:
Plaats het apparaat niet op
de grond terwijl het is ingeschakeld. Zand of stof
kan in de waterinlaat binnendringen en een storing of
persoonlijk letsel veroorzaken.
Volg de waarschu-
De slang aanbrengen
KENNISGEVING:
of verwijderen van de slang voorzichtig dat het
water in de slang niet op de gebruiker of het aan-
drijfsysteem spettert.
Breng de slang aan op de wateruitlaat en bevestig de
slang met behulp van de slangklem. Draai de schroef
van de slangklem stevig vast met behulp van een
schroevendraaier.
► Fig.11: 1. Schroef
OPMERKING: De volgende slangen kunnen worden
aangebracht op de wateruitlaat:
Slang met een binnendiameter van 25 mm.
Slang met een buitendiameter van 33 mm of
minder.
Pompen
Houd het apparaat stevig met beide handen vast en
bedien het om te pompen.
► Fig.12
OPMERKING: Het pompen kan worden gestart vanaf
een waterdiepte van ongeveer 20 mm en kan worden
voortgezet tot een waterdiepte van ongeveer 10 mm.
Wanneer het pomphulpstuk wordt gebruikt op een
modderige of zanderige ondergrond, legt u blokken of
andere materialen neer en plaatst u het pomphulpstuk
daarop.
► Fig.13
OPMERKING: Denk eraan dat het verpompen van
een grote hoeveelheid water met daarin kleine deel-
tjes, zoals sediment, de levensduur van het pomp-
hulpstuk zal verkorten.
KENNISGEVING:
dieper onder water dan de markering op de pijp.
Anders kan een storing optreden in het apparaat.
► Fig.14: 1. Markering
OPMERKING: Als het uiteinde van de slang onder-
water zit wanneer het pompen wordt gestopt, denkt u
eraan dat het water zal terugstromen.
► Fig.15
OPMERKING: Als het uiteinde van de slang lager is
dan het oppervlak van het water dat wordt verpompt,
denkt u eraan dat het water uit de slang zal blijven
stromen nadat het pompen is gestopt.
► Fig.16
42 NEDERLANDS
Wees bij het aanbrengen
Steek het pomphulpstuk niet

Advertisement

Table of Contents
loading

Table of Contents