DeWalt DWE7491 Original Instructions Manual page 110

Hide thumbs Also See for DWE7491:
Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 38
NEDERLANDS
Werken met de langsgeleiding voor
overlangszagen (afb. 14–16)
HENDEL RAILVERGRENDELING
De hendel railvergrendeling (e) vergrendelt de
langsgeleiding op z'n plaats zodat beweging tijdens
het zagen wordt voorkomen. U kunt de hendel voor
de rail vergrendelen door deze omlaag te duwen
naar de achterzijde van de zaag. U kunt de hendel
ontgrendelen door deze omhoog te trekken naar de
voorzijde van de zaag.
OPMERKING: Vergrendel altijd de hendel van de
railvergrendeling wanneer u overlangszaagt.
UITBREIDING WERKONDERSTEUNING /SMALLE GELEIDING
OVERLANGSZAGEN
Uw zaagtafel is voorzien van een uitbreiding voor
werkondersteuning zodat werkstukken die buiten de
zaagtafel steken, kunnen worden ondersteund.
U kunt de smalle geleiding voor zagen gebruiken
voor ondersteuning van een werkstuk door de
geleiding uit de opbergpositie te draaien, zoals
wordt getoond in Afbeelding 15, en de pennen in
de lagere sleuven (aa) aan beide uiteinden van de
langsgeleiding te schuiven.
U kunt de smalle langsgeleiding voor zagen in de
smalle positie gebruiken, door de pennen in de
bovenste sleuven (bb) aan beide uiteinden van de
langsgeleiding te schuiven. In deze stand ontstaat
51 mm extra ruimte tot het zaagblad. Zie Afbeelding
16.
OPMERKING: Trek de uitbreiding van de
ondersteuning van werkstukken in of stel deze af in
de smalle positie voor de langsgeleiding wanneer u
boven de zaagtafel werkt.
FIJNAFSTELLINGSKNOP
De fijnafstellingsknop (d) maakt kleinere
aanpassingen mogelijk bij het instellen van de
langsgeleiding. Voordat u de langsgeleiding
afstelt, moet u erop letten dat de hendel voor de
railvergrendeling omhoog staat in de ontgrendelde
stand.
AANWIJZER SCHAALVERDELING OVERLANGSZAGEN
De aanwijzer voor de schaalverdeling
overlangszagen moet worden afgesteld voor
de juiste werking van de langsgeleiding als de
gebruiker overschakelt tussen dikke en dunne
zaagbladen. De aanwijzer voor de schaalverdeling
overlangszagen geeft alleen een juiste uitlezing voor
positie 1 (nul tot 61 cm), maar voeg voor positie 1
met de smalle langsgeleiding 5,08 cm toe. Zie De
schaalverdeling overlangszagen aanpassen
onder Montage.
108
EENVOUDIGE ZAAGSNEDEN
Afkorten (afb. 1, 2, 17 & 18)
WAARSCHUWING: Scherpe randen
1. Stel het zaagblad in op 0°.
2. Zet de grendel van de langsgeleiding (r)
vast (fig. 1).
3. Breng het zaagblad omhoog tot het ongeveer
3 mm hoger is dan de bovenzijde van het
werkstuk. Stel zo nodig de hoogte van de
bovenste zaagbladbeschermkap af.
4. Stel de positie van de langsgeleiding af,
raadpleeg Werken met de langsgeleiding.
5. Houd het werkstuk vlak tegen de tafel en tegen
de langsgeleiding. Houd het werkstuk weg bij
het zaagblad.
6. Houd beide handen weg van het pad van het
zaagblad (afb. 17).
7. Schakel de machine in en laat het zaagblad
volledig op snelheid komen.
8. Voer het werkstuk langzaam onder de
beschermkap aan, terwijl u het stevig tegen de
langsgeleiding gedrukt houdt. Laat de tanden
zagen en dwing het werkstuk niet door het
zaagblad. De snelheid van het zaagblad moet
constant worden gehouden.
9. Gebruik altijd een aanduwstok (u) wanneer u in
de buurt van het zaagblad werkt (afb. 18).
10. Schakel de machine uit na het voltooien van
de zaagsnede, laat het zaagblad tot stilstand
komen en verwijder het werkstuk.
WAARSCHUWING:
• Duw nooit tegen het "vrije" of
afgezaagde gedeelte van het
werkstuk en houd het niet vast.
• Zaag geen al te kleine werkstukken.
• Gebruik altijd een aanduwstok
wanneer u kleine werkstukken zaagt.
Schuine zaagsneden (afb. 1)
1. Stel de gewenste schuine hoek in door de
roterende hendel (g) omhoog en naar rechts te
duwen.
2. Stel de gewenste hoek in, draai de hendel door
deze omlaag te duwen en naar links en op z'n
plaats te vergrendelen.

Hide quick links:

Advertisement

Table of Contents
loading

Table of Contents