Download Print this page

Makita DSP601ZJU2 Instruction Manual page 66

Cordless plunge cut saw

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 1
3.
Wanneer u de zaag weer inschakelt terwijl het
zaagblad in het werkstuk zit, plaatst u het zaagblad
in het midden van de zaagsnede zodat de tanden
niet in het materiaal grijpen. Als het zaagblad is vast-
gelopen, kan wanneer de zaag wordt ingeschakeld het
zaagblad uit het werkstuk lopen of terugslaan.
Ondersteun grote platen om de kans te minimali-
4.
seren dat het zaagblad bekneld raakt of terugslaat.
Grote platen neigen door te zakken onder hun eigen
gewicht. U moet de plaat ondersteunen aan beide zij-
den, vlakbij de zaaglijn en vlakbij de rand van de plaat.
► Fig.2
► Fig.3
5.
Gebruik een bot of beschadigd zaagblad niet
meer. Niet-geslepen of verkeerd gezette tanden
maken een smalle zaagsnede wat leidt tot grote
wrijving, vastlopen en terugslag.
6.
De vergrendelhendels voor het instellen van de
zaagbladdiepte en verstekhoek moeten vast-
gezet zijn alvorens te beginnen met zagen. Als
de afstellingen van het zaagblad tijdens het zagen
verlopen, kan dit leiden tot vastlopen of terugslag.
Wees extra voorzichtig wanneer u een inval-
7.
zaagsnede maakt in een bestaande wand of een
andere plaats waarvan u de onderkant niet kunt
zien. Het zaagblad zou een hard voorwerp kunnen
raken, met als gevolg een gevaarlijke terugslag.
8.
Houd het gereedschap ALTIJD met beide handen
stevig vast. Plaats NOOIT een hand, been of een
ander lichaamsdeel onder zoolplaat of achter de zaag,
speciaal bij het afkorten. Als een terugslag optreedt, kan
de zaag gemakkelijk achteruit en over uw hand springen
waardoor ernstig persoonlijk letsel ontstaat.
► Fig.4
9.
Dwing de zaag nooit. Duw de zaag vooruit
met een snelheid waarbij het zaagblad niet
vertraagt. Als u de zaag dwingt, kan dat leiden
tot een ongelijkmatige zaagsnede, verminderde
nauwkeurigheid en mogelijke terugslag.
Werking van de beschermkap
1.
Controleer voor ieder gebruik of de beschermkap goed
sluit. Gebruik de zaag niet als de beschermkap niet vrij
kan bewegen en het zaagblad niet onmiddellijk omsluit.
Klem of bind de beschermkap nooit vast zodat het zaag-
blad bloot ligt. Als u de zaag per ongeluk laat vallen, kan de
beschermkap worden verbogen. Controleer of de bescherm-
kap vrij kan bewegen en niet het zaagblad of enig ander onder-
deel raakt, onder alle verstekhoeken en op alle zaagdiepten.
Controleer de werking en toestand van de trekveer van
2.
de beschermkap. Als de beschermkap en de veer niet
correct werken, dienen deze te worden gerepareerd
voordat het gereedschap wordt gebruikt. De bescherm-
kap kan traag werken als gevolg van beschadigde onder-
delen, gom- of harsafzetting, of opeenhoping van vuil.
3.
Zorg ervoor dat de zoolplaat van de zaag bij invalza-
gen niet verschuift. Zijwaarts verschuiven van het zaag-
blad veroorzaakt vastlopen en waarschijnlijk terugslag.
4.
Let er altijd op dat de beschermkap het zaag-
blad bedekt voordat u de zaag op een werk-
bank of vloer neerlegt. Een onbeschermd zaag-
blad dat nog nadraait, zal de zaag achteruit doen
lopen waarbij alles op zijn weg wordt gezaagd.
Denk aan de tijd die het duurt nadat de schakelaar
is losgelaten voordat het zaagblad stilstaat.
Aanvullende veiligheidsvoorschriften
1.
Wees extra voorzichtig bij het zagen in nat hout,
druk-behandeld timmerhout en hout met knoes-
ten. Houd een constante voortgangssnelheid van
het gereedschap aan zonder dat het toerental van
het zaagblad lager wordt om te voorkomen dat de
zaagbladpunten oververhit raken en, bij het zagen
van kunststof, dat het kunststof smelt.
2.
Probeer niet afgezaagd materiaal te verwij-
deren terwijl het zaagblad nog draait. Wacht
totdat het zaagblad volledig tot stilstand is
gekomen voordat u het afgezaagde materiaal
vastpakt. Het zaagblad draait nog na nadat het
gereedschap is uitgeschakeld.
3.
Voorkom dat u in spijkers zaagt. Inspecteer het
hout op spijkers en verwijder deze zo nodig
voordat u begint te zagen.
4.
Plaats het bredere deel van de zool van de zaag op
het deel van het werkstuk dat goed is ondersteund,
en niet op het deel dat omlaag valt nadat de zaag-
snede gemaakt is. Als het werkstuk kort of smal
is, klemt u het vast. PROBEER NOOIT EEN KORT
WERKSTUK IN UW HANDEN VAST TE HOUDEN!
► Fig.5
5.
Voordat u het gereedschap neerlegt na het
voltooien van een zaagsnede, controleert u dat
de beschermkap gesloten is en het zaagblad
volledig tot stilstand is gekomen.
Probeer nooit te zagen waarbij de zaag onder-
6.
steboven in een bankschroef is geklemd. Dit
is uiterst gevaarlijk en kan leiden tot ernstig
persoonlijk letsel.
► Fig.6
7.
Sommige materialen bevatten chemische stof-
fen die giftig kunnen zijn. Neem voorzorgsmaat-
regelen tegen het inademen van stof en contact
met de huid. Volg de veiligheidsinstructies van
de leverancier van het materiaal op.
8.
Breng het zaagblad niet tot stilstand door
zijdelings op het zaagblad te drukken.
9.
Gebruik geen slijpschijven.
10. Gebruik uitsluitend een zaagblad met een dia-
meter die is aangegeven op het gereedschap of
vermeld in de gebruiksaanwijzing. Het gebruik
van een zaagblad met een verkeerde afmeting
kan de goede bescherming van het zaagblad of de
werking van de beschermkap negatief beïnvloeden,
waardoor ernstig persoonlijk letsel kan ontstaan.
11.
Houd het zaagblad scherp en schoon. Gom of
hars dat op het zaagblad is opgedroogd vertraagt
het zaagblad en verhoogt de kans op terugslag.
Houd het zaagblad schoon door dit eerst van het
gereedschap te demonteren en het vervolgens
schoon te maken met een reinigingsmiddel voor
gom en hars, heet water of kerosine. Gebruik
nooit benzine.
12. Draag een stofmasker en gehoorbescherming
tijdens gebruik van het gereedschap.
13. Gebruik altijd het zaagblad dat is bedoeld voor
zagen in het materiaal waarin u gaat zagen.
14. Gebruik altijd een zaagblad dat is gemarkeerd
met een toerental dat gelijk is aan of hoger is
dan het toerental dat is aangegeven op het
gereedschap.
66 NEDERLANDS

Advertisement

loading

This manual is also suitable for:

Dsp601Dsp601zjuDsp600zjDsp600