Makita ADP03 Instruction Manual page 25

NEDERLANDS
1 Accu
2 Oplaadlampjes
3 Bijlaadlampjes
LET OP:
• Gebruik deze adapter met de Makita acculader DC14SC, DC14SA, DC18SC, DC24SA of DC24SC.
• Gebruik een stroombron van het voltage dat op het naamplaatje van de oplader is aangegeven.
• Laad de accu niet op in een plaats die aan direct zonlicht is blootgesteld.
• Laad de accu niet op in de buurt van ontvlambare vloeistoffen of gassen.
• Laad de accu op bij een kamertemperatuur tussen 10°C en 40°C.
• Draag de oplader nooit bij het snoer en trek ook nooit aan het snoer om de aansluiting op het stopcontact te verbre-
ken.
• Stel de lader en de adapter niet bloot aan regen of sneeuw.
• Niet-oplaadbare accu's kunnen met deze adapter niet worden geladen.
• Gebruik voor het opladen nooit een verhogingstransformator, een dynamo of een gelijkstroombron.
• Zorg ervoor dat de ventilatiegaten van de oplader niet afgesloten worden of verstopt raken.
• Trek de stekker van de oplader uit het stopcontact nadat het opladen is voltooid.
• Niet-oplaadbare accu's kunnen met deze adapter niet worden geladen.
• De oplader is niet bedoeld voor gebruik door kleine kinderen of geestelijk gestoorden waarop geen toezicht wordt
gehouden.
• Houd toezicht op kleine kinderen om te voorkomen dat ze met de oplader spelen.
Automatisch bijladen
1. Schuif de adapter zo ver mogelijk op de lader totdat hij helemaal in de geleider op de lader zit. Het aansluitingen-
deksel van de lader kan worden geopend wanneer u de adapter op de lader bevestigt, en kan worden gesloten
wanneer u de adapter ervan verwijdert.
2. Sluit de acculader aan op het stopcontact. De twee oplaadlampjes zullen herhaaldelijk groen knipperen.
3. Schuif de accu op de geleider van de adapter tot hij niet meer verder kan.
4. Wanneer de accu volledig bevestigd is, kiest de adapter automatisch normaal opladen of automatisch bijladen.
5. Wanneer de adapter normaal opladen kiest, zal de kleur van de oplaadlampjes veranderen van groen in rood en
zal het normaal opladen beginnen.
6. Wanneer de adapter automatisch bijladen kiest, zal de kleur van de oplaadlampjes veranderen van groen in rood
en zal één bijlaadlampje herhaaldelijk snel in groen knipperen. Daarna zal het automatisch bijladen beginnen.
7. Wanneer het normaal opladen of het automatisch bijladen voltooid is, zal de kleur van de oplaadlampjes verande-
ren van rood in groen.
8. Wanneer u de knop voor optimaal bijladen indrukt, zal de kleur van de oplaadlampjes veranderen van groen in
rood en zal één bijlaadlampje herhaaldelijk snel in groen knipperen. Daarna zal het optimaal bijladen beginnen.
9. Wanneer het optimaal bijladen voltooid is, zal de kleur van de oplaadlampjes veranderen van rood in groen. De
bijlaadlampjes geven dan de accucapaciteit aan in vergelijking met die van een nieuwe accu.
De indicatie van de bijlaadlampjes is als volgt:
( : AAN : Knippert
Bijlaadlampjes
Verklaring van algemene gegevens
4 Aansluitingendeksel
5 Automatische bijlaadadapter
6 Knop voor optimaal bijladen
: UIT)
Automatisch bijladen
Optimaal bijladen
De capaciteit is 80% – 100%. (nieuwe accu)
De capaciteit is 60% – 80%. (accucapaciteit is verminderd)
De capaciteit is 40% – 60%. De accu zal niet lang meer meegaan.
(accucapaciteit is verminderd)
De capaciteit is 0% – 40%. De oplaadlampjes knipperen beurtelings in groen en rood.
Dit geeft aan dat de accu versleten is.
7 Acculader
Indicatie
25