Instelling Van De Uitschakelpunten; Algemene Informatie Over De Instelling - Bosch VLE 2130 EL Initial Operation

2-post lifts
Hide thumbs Also See for VLE 2130 EL:
Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 15
4.4

Instelling van de uitschakelpunten

!
De uitschakelpunten van de VLE 2130 EL werden in
de fabriek al vooringesteld en hoeven bij de meeste
eerste inbedrijfstellingen niet te worden veranderd.
Niettemin moeten zij bij de eerste inbedrijfstelling
worden gecontroleerd.
!
Indien de onderste en bovenste uitschakelpunten
worden gewijzigd, moeten de spanningen van de
potentiometer worden gemeten. Een wijziging mag
alleen in het spanningsbereik spanning van 200 mV
en 4,8 V worden uitgevoerd.
i
Wij adviseren deze fabrieksinstellingen alleen te
wijzigen bij dringende noodzaak of op uitdrukkelijke
wens van de klant.
i
De opgeslagen waarden blijven ook bij uitgeschakel-
de stroomvoorziening behouden.
De volgende instellingen moeten worden gecontroleerd:
R
het vastleggen van de onderste en bovenste uitscha-
kelpunten van de draagarmen.
R
de compensatie van het hoogteverschil van beide
hefwagens t.o.v. elkaar.
R
de positie van de automatische veiligheidsstops bij
het neerlaten.
Standaardinstellingen
Uitschakelpunt
Opmerking
Onderste uitschakel-
Tussen het laagste punt van de draag-
punt
arm en de vloer moet nog 10 mm lucht
zijn.
Bovenste uitschakel-
De afstand tussen de bovenkant van
punt
de bodemplaat van de zuil en het
laagste punt van het standaard draag-
middel mag maximaal 1900 mm be-
dragen.
Veiligheidsstop
Minstens 200 mm tussen het laagste
punt van de draagarm en de vloer.
!
Bij de eerste instelling van de hefwagens of na repa-
raties moeten deze vanwege de naloop in de onders-
te stand minstens 15 mm hoger worden geplaatst
dan dit voor de normale werking is gepland.
Robert Bosch GmbH
Montage | VLE 2130 EL | 77
4.4.1

Algemene informatie over de instelling

1
6
5
4
Fig. 5:
Elementen en schakelaars op de printplaat
1 Toets ENTER
2 Brug fabrieksinstellingen herstellen
3 Codeerschakelaar
4 Interface PC (alleen voor KD-programma)
5 LED1
6 LED2
Code
Opmerking
0
Basisstand werking
1
Opslaan van de onderste uitschakelpunten
2
Compensatie hoogteverschil van de draagarmen ten
opzichte van elkaar
(niet belegd)
3
Opslaan van de bovenste uitschakelpunten
4
Afzonderlijke beweging draagarmen hoofdzuil
5
Afzonderlijke beweging draagarmen nevenzuil
6
Opslaan van de positie veiligheidsstop en extra geluids-
signaal bij verder neerlaten van de draagarmen
7*
Test Potentiometer
8*
Activering / diagnosefunctie
9
PC-modus in verbinding met PC-diagnosesoftware
*
Wanneer tijdens de test een fout optreedt, wordt deze fout geco-
deerd en in EEPROM opgeslagen. De besturing kan daarna niet
meer in de modus werking worden gezet. Wanneer de modus
werking wordt geselecteerd en er een fout is opgetreden die uit
de test resulteert, knipperen beide LED afwisselend groen/oran-
je. Deze fout kan alleen na succesvol doorlopen van de proce-
dure activering/diagnosefunctie (eventuele fouten verhelpen of
defecte delen vervangen) weer worden teruggezet.
nl
2
3
|
1 689 978 552
2017-03-20

Hide quick links:

Advertisement

Table of Contents
loading

Table of Contents