Husqvarna 129RJ Operator's Manual page 207

Hide thumbs Also See for 129RJ:
Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 1
Gebruik een grastrimmerdraad met de juiste
lengte. Een lange grastrimmerdraad gebruikt meer
motorvermogen dan een korte grastrimmerdraad.
Zorg ervoor dat het mes op de beschermkap van de
snijuitrusting niet beschadigd is.
Laat de grastrimmerdraad 2 dagen in water
weken voordat u deze op het product bevestigt.
Dit zorgt voor een langere levensduur van de
grastrimmerdraad.
Zie instructies voor snijuitrusting voor de juiste
procedure voor invoeren van de draad en de keuze
van de juiste draaddiameter.
Grasmaaibladen en grasmessen
Gebruik het product met een goedgekeurd
grasmaaiblad. Gebruik geen grasmaaiblad zonder
dat de overige vereiste onderdelen naar behoren
zijn aangebracht. Zorg dat de installatie op de juiste
manier is uitgevoerd en dat de juiste onderdelen zijn
gebruikt. Door een onjuiste installatie kan het blad
worden weggeslingerd en ernstig letsel toebrengen
aan de gebruiker en/of omstanders.
Draag beschermende handschoenen wanneer u het
blad hanteert of daar onderhoudswerkzaamheden
aan uitvoert.
Gebruik hoofdbescherming wanneer u een product
met een grasmaaiblad gebruikt.
Grasmaaibladen en grasmessen worden gebruikt
om ruw gras te maaien.
Een grasmaaiblad kan letsel veroorzaken als het
nog draait nadat de motor wordt uitgeschakeld of
de gashendel wordt losgelaten. Zorg ervoor dat
het grasmaaiblad volledig tot stilstand is gekomen
voordat u onderhoudswerkzaamheden uitvoert.
Schakel de motor uit voordat u werkzaamheden
aan de snijuitrusting uitvoert. Zorg ervoor dat de
snijuitrusting volledig tot stilstand komt. Koppel de
kabel van de bougie los.
Gebruik alleen een goedgekeurde snijuitrusting of
een juist geslepen blad.
Houd de snijtanden van het blad goed en juist
geslepen.
(Fig. 23)
Gebruik nooit beschadigde snijuitrusting.
Bevestig de transportbeveiliging op het
grasmaaiblad wanneer u het product vervoert of
opslaat.
Terugslag
Een terugslag is een plotselinge beweging van
het product naar de zijkant, naar voren of naar
achteren. Een terugslag vindt plaats wanneer het
grasmaaiblad of zaagblad een object raakt dat niet
kan worden gemaaid. Op plaatsen waar u moeilijk
kunt zien wat u maait, is er een groter risico op
terugslag.
Bij een terugslag bestaat het risico dat het product
of de gebruiker uit zijn positie wordt gebracht. Een
194 - 004 - 30.06.2022
bewegend blad kan omstanders raken en er is kans
op letsel.
Gooi een blad dat verbogen is, scheuren vertoont of
gebroken of beschadigd is, weg.
Gebruik een scherp blad. Het risico op terugslag is
groter als het blad niet scherp is.
Brandstofveiligheid
Start het product niet als er brandstof of motorolie op
het product aanwezig is. Verwijder de ongewenste
brandstof/olie en laat het product drogen. Verwijder
ongewenste brandstof van het product.
Als u brandstof op uw kleding morst, trek dan direct
andere kleding aan.
Zorg dat er geen brandstof op uw lichaam terecht
komt, dit kan letsel veroorzaken. Als er brandstof op
uw lichaam terecht komt, verwijder deze dan met
water en zeep.
Start de motor niet als u brandstof op het product of
op uw lichaam hebt gemorst.
Start het product niet als er sprake is van een
motorlekkage. Controleer de motor regelmatig op
lekkage.
Wees voorzichtig met brandstof. Brandstof is licht
ontvlambaar en de dampen zijn explosief. Ze kunnen
letsel veroorzaken of leiden tot de dood.
Adem geen brandstofdampen in, dit kan letsel
veroorzaken. Zorg voor voldoende ventilatie.
Rook niet in de buurt van de brandstof of de motor.
Plaats geen warme voorwerpen in de buurt van de
brandstof of de motor.
Vul geen brandstof bij terwijl de motor is
ingeschakeld.
Zorg ervoor dat de motor koud is wanneer u
brandstof bijvult.
Draai de tankdop langzaam open en laat de druk
voorzichtig ontsnappen voordat u brandstof bijvult.
Vul geen brandstof voor de motor bij in een
afgesloten ruimte. Onvoldoende ventilatie kan leiden
tot ernstig letsel of de dood door verstikking of het
inademen van koolmonoxide.
Draai de tankdop goed vast, zodat er geen brand
kan ontstaan.
Verplaats het product minstens 3 m (10 ft) van de
plaats waar u de brandstoftank hebt gevuld, voordat
u het product start.
Doe niet te veel brandstof in de brandstoftank.
Zorg dat er geen brandstof wordt gemorst wanneer u
het product of de jerrycan met brandstof verplaatst.
Plaats het product of de jerrycan met brandstof niet
op een plaats waar deze wordt blootgesteld aan
open vuur, vonken of waakvlammen. Zorg dat er
geen open vuur aanwezig is in de opslagruimte.
Gebruik alleen goedgekeurde jerrycans voor het
verplaatsen of opslaan van brandstof.
Leeg de brandstoftank voordat het product
gedurende lange tijd wordt opgeslagen. Neem lokale
wetgeving in acht voor het afvoeren van brandstof.
207

Hide quick links:

Advertisement

Table of Contents
loading

Table of Contents