DeWalt DXPH060E Instruction Manual page 55

LAAT EEN BRANDENDE KACHEL NOOIT ONBEHEERD ACHTER!
Opstarten Kachel
1. Draai de aan/uit-schakelaar naar de stand AAN (I) om de ventilator te starten.
NB: Voordat de kachel wordt ontstoken, moet u de kachel ventilator altijd 20
seconden laten draaien om overtollig gas weg te laten waaien.
2. Open langzaam de hoofdklep bij de propaangasfles.
3. Druk op de knop van de gasklep en druk herhaaldelijk op de ontsteker (piëzo-
elektrische aansteker) totdat de vlam oplicht.
4. Nadat de kachel is opgestart, houdt u de klepknop ongeveer 10 seconden
ingedrukt. Als de kachel stopt wanneer de klepknop is losgelaten, wacht dan een
minuut en herhaal de starthandeling, terwijl u de klepknop langer ingedrukt houdt.
5. Draai alleen op het DXPH125E-model de regelknop naar de laagste stand. Nadat
de kachel brandt, kunt u de brandsnelheid aanpassen door de bedieningsknop op
het gewenste niveau te zetten.
NB: Neem contact op met uw leverancier als de problemen zich blijven voordoen.
PAS OP: Als de ontsteking moeilijk of onregelmatig is voordat u de stappen
om op te starten herhaalt, zorg er dan voor dat de ventilator niet is vergrendeld en
dat de luchtinlaat en -uitlaat vrij zijn.
Stoppen Kachel
1. Sluit de klep op de propaangasfles goed.
2. Ga door met het gebruiken van de verwarming totdat alle brandstof in de slang
is verbrand en zet de aan/uit-schakelaar in de stand OFF (O).
3. Koppel het netsnoer los.
PAS OP: Sluit altijd de brandstoftoevoer af:
• Voordat u de elektrische voeding loskoppelt
• Voordat u het apparaat verplaatst
• Na elk gebruik
HERSTART NA VEILIGHEIDSSTOP
1. Sluit de klep stevig bij de propaangasfles. Koppel het netsnoer los.
2. Wacht 5 minuten.
3. Start opnieuw op volgens de "START" procedure.
NB: Als er zojuist een nieuwe gasfles is aangesloten, moet u tenminste een
minuut of langer de lucht in de gasleiding door de uitgang van de waakvlam naar
buiten laten stromen.
WAARSCHUWING: Houd altijd een droge chemische brandblusser bij
de hand.
BEDIENING VENTILATOR
1. Het apparaat kan ook als ventilator worden gebruikt.
2. Verwijder in dit geval de gastoevoerslang en sluit de stekker van de verwarming aan
op een geschikte elektrische voeding.
3. Zet de aan/uit-schakelaar in de stand AAN (I).
VERVANGEN VAN DE GASFLES
1. Schakel de kachel uit.
2. Sluit de klep van de gasfles.
3. Koppel de regelaar los van de gasfles volgens de instructies die bij uw regelaar
zijn geleverd.
4. Vervang de gasfles.
WAARSCHUWING: Verwijder de plug of verzegeling van de gasfles ventiel alleen
in ruim geventileerde ruimtes, op ruime afstand van bronnen van vuur (kaarsen,
sigaretten en andere vlam producerende voorwerpen.
5. Controleer op de aanwezigheid en goede staat van de pakking voordat u de
regelaar op de nieuwe gasfles aansluit.
6. Controleer of de afdichting van de regelaar correct is aangebracht en zijn functie
kan vervullen.
7. Voer een lek-test uit met een zeepoplossing.
ONDERHOUD
• De kachel moet voor elk gebruik, en ten minste jaarlijks, alleen door een gekwalificeerd
persoon worden geïnspecteerd. Voordat u met onderhoudswerkzaamheden aan de
kachel begint, moet u de verbinding met zowel gas als elektriciteit verbreken.
WAARSCHUWING: Het hele gassysteem, slang, regelaar, waakvlam en
brander moeten voor gebruik worden gecontroleerd op lekkage. Maar op zijn minst
één keer per maand en elke keer dat de gasfles wordt vervangen. Controleer de
slangassemblage op tekenen van extreem afschaven, scheuren of andere slijtages.
Verdachte gebieden moeten op lekken worden getest. Als de slang lekt, moet deze
worden vervangen door een nieuwe die voldoet aan de plaatselijke standaarden. Als
deze tekenen van barsten, splijten of andere beschadigingen vertoont, moet hij worden
vervangen door een nieuwe slang van dezelfde lengte en van gelijkwaardige kwaliteit.
Vervang de gasslang binnen de bij de instructies van de slang voorgeschreven tijd.
Als het apparaat lange tijd niet is gebruikt, raden we aan dat een technicus voor gebruik
een algemene controle uitvoert. Het is belangrijk om het volgende te doen:
1. Controleer regelmatig de toestand van de gastoevoerslang en gebruik bij vervanging
alleen originele reserveonderdelen.
2. Controleer de aansluitingen van de veiligheidsthermostaat en van het thermokoppel:
deze moeten altijd schoon zijn. Reinig indien nodig het ventilatorblad en de binnenkant
van de kachel met perslucht.
7